Onderstaand stuk schreven wij over Willem Oltmans voor zijn privé-boek Tell me who your friends are.
Hijs de stormbal!
Sinds 1993 hebben wij te maken met Willem. Sindsdien waait het altijd. Is het niet over de telefoon of in kantoor dan is het wel in ons hoofd, want waar Willem komt, is het nooit meer windstil. Konden wij ons vroeger nog koesteren in de luwte na een boek over kraken, spionage of bajessen, dat is voorgoed voorbij. Het permanente innerlijke oproer is realiteit geworden nu de stormgod waait.
Willem Oltmans kenden wij in 1993 toen we hem leerden kennen, van zijn optreden in het programma van Adriaan van Dis, en van zijn bemoeienis met de Nederlandse naweeën rondom de dekolonisatie van Indonesië en Suriname. Ook was er iets met Zuid-Afrika. Maar hoe die vork in de steel zat wisten we toen nog niet. Hoe de man persoonlijk in elkaar stak, daar hielden we ons nog helemaal niet mee bezig. Dat was niet aan de orde.
In 1993 was de toenmalige redactie van Papieren Tijger met uitgeverij EPO uit België een boek over leugens in de media aan het samenstellen. Al snel kwam natuurlijk de naam Willem Oltmans op tafel, naast die van tientallen andere journalisten en mediadeskundigen die we uit wilden nodigen om een bijdrage te leveren, omdat we meenden dat ze met manipulaties in de media te maken hebben gehad. Bijna niemand was bereid op ons verzoek in te gaan. Van Ginniken aarzelde nog, maar hij zag er uiteindelijk ook vanaf. Er was echter een uitzondering: Willem Oltmans. Hij stuurde per omgaande een bijdrage! Het boek zou verschijnen in 1994 onder de titel De Medialeugen. Deze reactie is tekenend voor Willem: als hij ergens achter staat, dan aarzelt hij niet, dan gaat hij er in volle vaart tegenaan.
Na de publicatie van De Medialeugen belde Willem ons op om te vragen of wij een boek van hem zouden willen publiceren. Dat wilden we natuurlijk wel. Voor ons was Willem een gevestigde naam, en die hadden we niet onder onze auteurs. Willem kwam langs, zag ons en het werd hem duidelijk dat hij in het hol van de Bredase kraakbeweging zat. „Ha, dus nu zit ik bij de krakers!”, riep hij enthousiast uit. Een langdurige samenwerking was geboren.
Een samenwerking die overigens lang niet door iedereen begrepen werd. Willem stond in sommige kringen bekend als ‘rechts’, terwijl hij in andere kringen als ‘links’ betiteld werd. Voor de uitgeverij betekende het dat enkelen zich zelfs tegen ons kantten, omdat het volgens hen niet kon: een linkse uitgeverij die boeken uitgeeft van zo’n rechtse Zuidafrika-aanhanger. Willems verhaal vonden wij echter voor iedereen van belang, en zeker ook voor ‘links’.
Willem bleek een proces tegen de staat te starten, hetgeen wij natuurlijk zeer graag wilden ondersteunen. Het maken van het eerste boek, Persona non grata, ging van start.
Al gauw bleek dat werken met Willem heel anders is dan met onze andere auteurs. De eerste jaren van ons contact stonden natuurlijk in het teken van het proces tegen de staat. Van de druk die Willem daarvan ondervond, ondergingen wij de neerslag. Soms in de vorm van plots aangekondigde boeken of pamfletten – die dan ook vervolgens in recordtempo uit het faxapparaat tuimelden – maar vaker in de vorm van veelvuldige stemmingswisselingen. Na zijn overwinning zou dat allebei blijven. Veelal kraakte het faxapparaat in al zijn voegen bij alweer een nieuw project, en dat terwijl het vorige nog niet afgerond was.
Willem is zeer veeleisend en bepalend en het duurt even voordat tekstcorrecties geaccepteerd worden. En natuurlijk leidt hij aan het idee waar veel auteurs last van hebben: dat een uitgever alleen voor hen werkt, dag en nacht.
Ook het plannen van het werk is moeilijk. Behalve van de Memoires, levert Willem nooit een totale boektekst, hij schrijft een hoofdstuk en stuurt dat gelijk op. Voordat we een tekstscanner hadden, moest het door ons op de PC ingetikt worden, wat nog wel eens tot tandengeknars leidde. Om nog maar te zwijgen over de vele ingewikkelde correctierondes. Terwijl hij zegt dat wij niet weten wat werken is, bezorgt hij ons door zijn werkwijze zoveel extra werk, en sticht hij soms zoveel verwarring, dat hij schijnbaar gelijk krijgt.
Ondanks dit soort aanpassingsproblemen is het steeds de moeite waard gebleken. De tomeloze energie, de humor èn het gekat van Willem, maken dat we graag met hem werken. Hij heeft altijd een scherpe visie op politieke ontwikkelingen en weet ook altijd waar hij het over heeft. Hij komt nooit zomaar met een theorie, maar baseert die op gebeurtenissen uit het verleden. Een van de meest tekenende voorbeelden hiervan was de brochure Who are the no. 1 war criminals? Hij schreef deze in augustus/september 2001; op 11 september werd door ons de laatste hand gelegd aan het pamflet, om het diezelfde dag naar de drukker te kunnen sturen, toen Willem belde over het drama wat zich afspeelde in New York en Washington. (Uiteraard heeft Willem de volgende dag nog een paar regels toegevoegd.) Terwijl de ganse Westerse wereld zich op dat moment afvroeg waarom sommige mensen zo’n hekel aan Amerika hebben, had Willem daar al een perfecte analyse van gemaakt, die in de vervolgbrochures (Not Guilty, Global Terrorist, New Nazis) alleen nog maar werd geperfectioneerd. Geen wonder dat er in Azië zo’n grote belangstelling voor is.
Willem, je bent een lastige schrijver, je hebt geen flauw idee wat je geblaas van tijd tot tijd in onze burelen teweeg brengt, maar we zouden niet graag zien dat de storm ging liggen!
oktober 2002