Auteur
Begin 40er jaren beschreef Nazim Hikmet, de bekendste Turkse dichter aller tijden, in het beroemde boek “Mensen landschappen” een verhoor van de Oekraïense partizane door Nazi-officieren. Ruim vijftig jaar later schrijft Ayhan Uzala in zijn Dagboek van een vermiste hoe hij door de Turkse autoriteiten werd verhoord en gemarteld:
Ze trapten me overal.
Tegen mijn hoofd…
In mijn zij…
In mijn rug…
In mijn gezicht…
Overal trapten ze me.
Ze trapten en trapten maar.
Ik zat volledig onder het bloed. Ik kon mijn ogen pas weer openen in het ‘bad’, waar met een slang ijskoud water over mijn lichaam werd gespoten.
Bloed vermengde zich met water. Het water bloedde. Ze doorregen het bloed met water. Daarna waaierden ze om het te laten opdrogen.
Het was ijskoud en ik rilde als een espenblad.
Schreeuwen!
Schreeuwen!
Ik beet op mijn lippen om niet te hoeven schreeuwen. Bij eerdere foltersessies heb ik tot bloedens toe op mijn lippen gebeten.
Ayhan Uzala (1959), getrouwd en vader van een zoon, is geboren in het Koerdische stadje Siverek, vlakbij de Turks-Iraakse grens. Hij heeft zijn jeugd in verschillende steden van Turkije doorgebracht. Na een eerdere berechting, drie jaar gevangenis en vrijspraak in hoger beroep nam hij in 1985 de benen. Uzala vluchtte samen met zijn vrouw met valse papieren naar Nederland en kreeg politiek asiel.
ISBN 9789067281393
NUR 332
317 pagina’s
EUR 16,50