Auteur
Jan Hoving over godsdienst en seksualiteit in het interbellum
Humanistisch Erfgoed 9
Het gedachtegoed van vrijdenker Jan Hoving (1877-1939) is belangrijk voor een goed begrip van het intellectuele klimaat in Nederland tijdens het Interbellum. Naast een bijdrage aan de historiografie van de vrijdenkersbeweging biedt dit boek een analyse van Hovings ‘positief atheïsme’.
Dit propageerde hij boven het negatieve atheïsme, dat zich uitsluitend richt op de verbanning van God uit de samenleving, maar voorbijgaat aan de gevolgen daarvan. Hoving wilde de ongelovige een alternatieve levensbeschouwing bieden op atheïstische grondslag.
Uitgave in samenwerking met het Humanistisch Historisch Centrum
ISBN 9789067282178
NUR 694
175 pagina’s
EUR 15,00
Recensie NBD/Biblion, door F.M. Boon
Thematische biografie van Jan Hoving (1877-1939), die als voorzitter van de vrijdenkersvereniging De Dageraad, redacteur van De Vrijdenker en actief bestuurslid van de Neo-Malthusiaanse Bond een pregnante rol speelde in de Nederlandse samenleving tijdens het Interbellum (1918-1940). De auteur, maatschappijhistoricus, studeerde op dit onderzoek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam cum laude af. Hij publiceerde eerder over de gereformeerde kerk van Rotterdam-Feijenoord. Deze uiterst toegankelijke studie – uitgegeven in de reeks ‘Humanistisch erfgoed’ – belicht een bijzondere hoofdfiguur uit de geestelijke geschiedenis van ons land, inzichtelijk geplaatst in de geesteshistorie van zijn tijd – die bijzonder nauw verbonden blijkt te zijn met thema’s die ook in onze tijd sterk spelen. Dit betreft visies op religie, zelfverantwoordelijkheid van de mens, gelijkwaardigheid van man en vrouw, geboortebeperking en gelijke behandeling. Geïllustreerd en voorzien van een uitgebreide bronnenlijst en een personenregister. Een juweeltje van een biografie.