Selecteer een pagina

Politiesamenwerking in Europa

Dossier Europa – deel 2

Wil van der Schans en Jelle van Buuren

Aan de hand van eigen onderzoek en interviews met wetenschappers, advocaten, politiechefs en ambtenaren schetsen de auteurs Jelle van Buuren en Wil van der Schans een beeld van de moeizame weg naar een Europees rechtssysteem. De formele Europese politie- en justitiesamenwerking die de justitieministers van de Europese lidstaten proberen op te zetten blijkt maar lastig te organiseren. Gebrek aan visie, ondoorzichtige besluitvorming en belangenconflicten spelen de samenwerking parten.

Het Europese paradepaardje Europol komt met moeite uit de startblokken. “Europol werkt niet, het is vooral lucht. Het is eigenlijk een heel tragisch verhaal,” zegt bijvoorbeeld Patrick Zanders, Belgisch lid van de Raad van Bestuur van Europol. Maar het ontbreekt ook aan regie in de Europese opsporing. Tal van organen bemoeien zich met de opsporing en gunnen elkaar onderling het licht in de ogen niet. Toch neemt de invloed van Europa op de Nederlandse opsporing sluipenderwijs toe, ook al trekken Nederlandse politieteams zich niet zo veel aan van de prachtige besluiten van de Europese justitieministers. “Je moet in Nederland wel eens uitkijken dat hondenpoep en fietsendiefstallen niet belangrijker wordt gevonden dan internationale criminaliteit,” vindt Roelof-Jan Manschot, Nederlands vertegenwoordiger in het Europese justitiële samenwerkingsorgaan Eurojust. Tegelijkertijd werken nationale politieteams volop informeel samen.
Politioneel pionieren slecht allerlei barrières die de justitieministers niet kunnen overwinnen, maar de rechten van verdachten dreigen daarbij in het water te vallen. Advocaten klagen volop hun nood. “Als advocaat moeten we steeds vaker smeken, op onze knieën de zaal in. We hebben nu ook van die beenkappen,” zegt Inez Weski. De toenemende invloed van de Verenigde Staten op de Europese en Nederlandse opsporing, die nog eens een extra impuls krijgt onder het vaandel van terreurbestrijding, knaagt aan de Nederlandse rechtsstaat. Volgens minister Donner van Justitie moeten we vertrouwen hebben in de rechtsstelsels van andere landen. Berichten over het eigengereid optreden van buitenlandse speurders op Nederlandse bodem doet hij af als indianenverhalen. Maar rechters hebben hun bedenkingen. “Donner behoort tot de schrikachtigen. Die zijn bang voor de maatschappij en daar wordt hun hele strafrechtopvatting door bepaald,” zegt rechter Blekxtoon van de Amsterdamse rechtbank.

In het boek wordt voor het eerst uitgebreid uit de doeken gedaan hoe de Europese politie- en justitie-samenwerking in elkaar steekt. Ook krijgt de lezer een uniek kijkje in de keuken van de Nederlandse en Europese besluitvorming voorgeschoteld. Met het oog op de nieuwe Europese grondwet, waarover in Nederland waarschijnlijk een referendum wordt georganiseerd, biedt het boek een onmisbare bijdrage aan de politieke en publieke discussie over een Europees beleidsterrein, dat tot nu toe het veilige domein van een select gezelschap beleidsmakers vormde, die ver buiten de schijnwerpers van de publiciteit in achterkamers hun zaakjes regelden.

Het boek werd mede mogelijk gemaakt dankzij een subsidie van het Nederlands Fonds Bijzondere Journalistieke Producties.

ISBN 9789067281263
NUR 747
333 pagina’s
EUR 24,90

bestellen