Sinterklaas en Zwarte Piet, een oeroude inwijdingsrite
door Mathijs Koenraadt
“Wat doet een Roomse bisschop trouwens op het dak, op een wit paard, met een hulp die met pepernoten strooit, een roe draagt, door de schoorsteen kruipt, en kinderen dreigt te ontvoeren in een zak?” Zo introduceert filmmaker Arnold-Jan Scheer zijn 55 minuten durende documentaire Wild Geraas, gebaseerd op het boek Zwarte Sinterklazen over het ontstaan van Sinterklaas en Zwarte Piet.
Scheer, die in de jaren negentig bekend werd met zijn televisiedocumentaires Paradijsvogels, deed meer dan dertig jaar onderzoek naar de oorsprong van het sinterklaasfeest. Nederlanders zijn niet de enigen die Sinterklaas vieren. De documentairemaker bezocht elk jaar rond vijf december primitieve sinterklaasfeesten in afgelegen dorpen en eilanden door heel Europa, op zoek naar een oeroude rite.
In Zwitserland bijvoorbeeld speelt Schmutzli de rol van onze Zwarte Piet. Schmutzli heeft ook een roe en draagt een grote jutezak met noten en vruchten om kinderen mee te ontvoeren. Met de roe werden kinderen vroeger nog echt afgeranseld, vertelt de Zwitserse Sinterklaas. In het Franse Lotharingen heet het hulpje van de Sint Père Fouettard, “vaders zweep”, en is geheel in het zwart gekleed, draagt een rode pruik, heeft een roe en een vuil, donker gezicht.
In Midden-Oostenrijk wordt Sinterklaas — Nicolaus — gevolg door een stoet demonen met hoorns en zwarte maskers. De documentaire toont beelden van kinderen en jonge vrouwen die er door de demonen met de roe worden geslagen. Het gebeurt allemaal onder het goedkeurend oog van Sinterklaas. Sommige demonen, genaamd perchten en krampussen, dragen een grote mand op hun rug, bedoeld om kinderen te roven.
Op de Nederlandse Waddeneilanden voltrekt zich jaarlijks een bijzonder sinterklaastafereel. Jonge mannen verkleden zich er als Sunterklazen, blazen op hoorns die een angstwekkend grommend geluid produceren en maken in woeste razernij de nacht onveilig. Toeristen worden gewaarschuwd dat ze zich aan de regels moeten houden. Vrouwen kunnen beter binnen blijven.
Scheer bezocht door heel Europa vele geïsoleerde sinterklaasfeesten waar jonge vrouwen door Sinterklazen worden geslagen met een koehoorn of een roe. Het gaat om een vruchtbaarheidsrite die door de kerk naar vijf december werd verplaatst om te wijken voor het christelijkere kerstfeest. Sommige van zulke vijf december-riten gaan gepaard met grof geweld. Het mag allemaal van Sinterklaas, die in sommige dorpen de boel zelfs ophitst.
Ook komt de maatschappelijke commotie over het vermeend racistische karakter van Zwarte Piet in de film aan bod. Scheer vraagt zich af of een zwart geschminkte Piet eigenlijk wel iets met discriminatie van zwarte mensen te maken heeft. Volgens zijn onderzoek stammen Sint en Piet juist af van een Europese rite die misschien wel duizenden jaren ouder is dan de eerste VOC-schepen die naar Afrika zeilden om zwarte mensen tot slaaf te maken.
De figuur Zwarte Piet blijkt ook volgens de wetenschap onderdeel van een oeroude Europese vruchtbaarheids- en inwijdingsrite. Letterkundig onderzoek toont aan dat er al voor 1800 in Nederland Sinterklazen met zwarte gezichten op het platteland rondliepen. De figuur Zwarte Piet blijkt afgekeken van Italiaanse Moren uit de veertiende eeuw — lang voor het kolonialisme.
Sinterklaas zou wel eens de christelijke opvolger van de Germaanse god Wodan kunnen zijn. Scheer onderbouwt met heldere argumenten dat het sinterklaasfeest niets met het Nederlandse slavernijverleden te maken kan hebben.
De film Wild Geraas is de moeite waard voor ieder die oprecht is geïnteresseerd in de ware, dus niet-racistische herkomst van Sinterklaas en Zwarte Piet.