column door Raymond van den Boogaard
Een intelectuele heldendaad
Deze held van onze tijd blijkt een zachtmoedig ogende, bijna bedeesde man. Hans Boland (1951) presenteert in de kleine Rusische boekwinkel Pegasus in Amsterdam een nieuwe versie van zijn autobiografische Mijn Russische ziel. [uitgeverij Pegasus]
(- – – )
„Als er een Russische ziel bestaat, is zij geen zegen, richtsnoer of veilige haven voor de mensheid, maar een conglomeraat van akelige eigenschappen – laf, stompzinnig, aanmatigend.”
Let wel: hier spreekt een van de grootste kenners van de Russische cultuur in Nederland, de man die bijvoorbeeld het werk van de achttiende-eeuwse poëtische gigant Aleksandr Poesjkin heeft vertaald en wiens faam vorig jaar zelfs tot in het Kremlin leek doorgedrongen. President Poetin in persoon maakte zich op om aan Boland de Poesjkin-medaille uit te reiken – Het Russische equivalent van de P.C. Hooft-prijs, zeg maar. Boland wees in een even sierlijke als stevige brief aan de Russische ambassade de prijs van de hand.
'Ik ben cynischer dan ik ooit was over Rusland. Nergens is een lichtpuntje.'