8 augustus 1954 – 7 december 2015
Marc bracht in 1988 zijn dichtbundel De Gemorste Tijd bij ons uit.
In hetzelfde jaar verscheen van hem en Rutger Lokin het fotodocument De stilte en de echo, over de overblijfselen van Duitse vernietigingskampen in Polen.
De Gemorste TijdOver het vasteland
ben ik hierheen gereisd: waar
het water het opgeeft en het zand
wordt gemaskeerd, waar in
een nooit aflatend ritme op de vloedlijnschijnbewegingen worden uitgevoerd.
Ik zal er wachten tot uit de Tuin
de slang verdreven is – een wachten
op de eilanden, totdat deze,
door passaten naderbij gedreven,versmelten met onze kusten. Kom,
laat me je in die tussenliggende tijd
vertellen hoe een en ander in elkaar steekt:
de verhoudingen tussen grootmachten
of, op kleinere schaal, die tussenflatbewoners. Ik zou je kunnen schetsen
wat er zich van minuut tot minuut
afspeelt in volkstuintjes
met hoge coniferen – borsten
van brons en transistor met wedstrijdverslagen weerbericht. Ken je overigens
de historie van de man
die een naam heeft gekrast
in een van de ceders van Libanon?
Of het verhaal van de zonaanbiddersop de stranden van Gallipoli?
Sectie moet nog uitwijzen
of het hier om een oorlog ging…
Zie je, de vloed zet op,
Stomme vanzelfsprekendheid.Wanneer om mij heen,
na zoveel jaren, de tijd is geluwd
zal er niemand zijn die vraagt
hoe het ginder was: waar het geweten
schroeit, de wind de huid verdort,waar sindsdien voorgoed gezwegen wordt.
Nog steeds verglijdt de tijd,
zwelt achter mij –
zie je, er zitten krassen in de lucht,
ik moet even niet hebben opgelet.