door Drs. Michel de Jong
Deel 32 – nog 44 te gaan – van Willem Oltmans’ memoires beslaat de nazomer van 1981 tot medio februari 1982. In deze periode reisde de omstreden journalist tweemaal naar de Sovjetunie, die toen al – overigens niet door Oltmans onderkende – tekenen van de aankomende neergang vertoonde. Ook voerde hij vele gesprekken met wetenschappers in het kader van zijn niet-aflatende queeste om de werking van het menselijk brein te doorgronden. De behoefte hieraan lijkt groter dan ooit te zijn geweest, want Oltmans raakte voor het eerst sinds zijn ontmoeting met fotomodel Peter van de Wouw (in 1968) weer obsessief verliefd, ditmaal op de 21-jarige purser Eduard Voorbach.
De onderhavige reeks memoires, steeds voorzien van een fotokatern en een personenregister, krijgt ten onrechte weinig aandacht in de media: waar in eerdere delen vooral de wederwaardigheden met reeds lang overleden giganten als Luns en Beel aan bod kwamen, duiken in de recentere memoires steeds vaker namen op van politici (Lubbers, Bolkestein) en journalisten (Lex Runderkamp, Max Pam) die ook vandaag de dag nog een rol spelen.